Zur Oper am 3. Juli 1967 in Amsterdam


De Telegraaf, 5. Juli 1967

Elegie für junge Liebende een magistrale voorstelling

Mimosa-muziek van Hans Werner Henze

Naar de Holland Festivalavond van maandag in de Stadsschouwburg was ons publiek blijkbaar niet bijzonder nieuwsgierig. Eventueel kann men zich hierover verbazen omdat het nu in de gelegenheid was in eigen omgeving te luisteren naar een opera van Hans Werner Henze, wellicht de sterkste figuur uit zijn generatie, te weten diens "Elegie für junge Liebende", vervolgens betrof het een voorstelling van de Deutsche Oper Berlin, die men hier ook niet iedere avond kann horen en ten slotte stond er o.a. op de scène iemand als Dietrich Fischer-Dieskau. [...]

IJDEL

Dat libretto dat als uitgangspunkt heeft de genie-cultus, de verering en de verafgoding van de dichter Mittenhofer voor wiens despotie een ieder van zijn hofstaat moet bukken. En omdat die Mittenhofer misschien wel van zichzelf gelooft dat het "Spur von seinen Erdentagen nicht in Aeonen wird untergehen" doch dat nergens waarmaakt, is hij alleen maar een ijdele, vervelende, egocentrische en egoistische dwingeland. Die dan bovendien voluit leeft uit de visioenen van Hilda Mack, weduwe sinds veertig jaar, wier echtgenoot-van-één-dag op de Hammerhorn is gebleven..

Om deze twee mensen draait het geheel met eventueel op de achtergrond de vriendin van Mittenhofer, Elisabeth Zimmer, en het resterende kwartet, met alle respect voor dat kwartet zelf, is niet veel meer dan stoffering en geen plus voor de librettiste Auden en Chester Kallman. [...]

SUGGESTIEF

Op die door Henze suggestief beheerde scène hoord men een bepaald grandioze Catharine Gayer als Hilda Mack, een artieste met een kolossale uitstraling, die in Fischer-Dieskau als Mittenhofer een al even plastische repliek vond. Daar omheen een ontroerende Lisa Otto als Elisabeth Zimmer, een intelligent en bewust getypeerde gravin Kirchstetten van Lilian Benningsen en vervolgens vader en zoon Reischmann, respectivelijk door Walter Dicks en Loren Driscoll verbeeld voor zover er al iets te verbeelden viel.

Met onder die fameuze scène een niet minder fameus spelend en jonglerend orkest dat de dirigent Reinhard Peters voedde met ongetelde impulsen van artiest met tastzin.

H. J. M. Muller

zurück zur Übersicht 1967
zurück zur Übersicht Kalendarium